Ingrediënten voor het deeg
- 250 g tarwebloem
- 140 g melk
- 7 g droge gist
- 50 g boter
- 30 g basterdsuiker
- 5 g zout
Ingrediënten voor de vulling en topping
- 20 g kaneelpoeder
- 75 g kristalsuiker
- 75 g amandelmeel
- 45 g boter
- 10 g water
- 1 ei
Bereiding
- Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom. Kneed het deeg ongeveer 5-10 minuten tot een elastisch deeg. Mocht het deeg nog heel plakkerig zijn, kun je een beetje extra bloem toevoegen. Leg de deegbal in een met olie ingevette kom en dek af met plasticfolie. Laat het op een warme plaats 1 uur rijzen.
- Meng voor de vulling de kaneelpoeder, kristalsuiker, amandelmeel, boter en water door elkaar.
- Leg de deegbal op een met bloem bestoven aanrechtblad en rol uit tot een rechthoek van ongeveer 0,5 – 1 cm dik. Verdeel de vulling gelijkmatig over het deeg. Rol het deeg op over de lange zijde. Snijd het deeg in 10 gelijke stukken. Verwijder eventueel een klein stukje van de zijkanten van de rol voor rechte plakken. Leg de rolls op een met bakpapier beklede bakplaat en bestrijk ze met het losgeklopte ei. Dek af en laat nog 30 minuten rijzen.
- Verwarm de oven op 190 graden. Bak de broodjes in 20-25 minuten.
Print
